Levend afstaan
Ook als je leeft kun je orgaan of weefsel donor zijn.
Maar meestal niet voordat je achttien bent.
Ook bij volwassenen kijken ze eerst goed of het wel kan voor je gezondheid.
je kunt niet alle organen doneren, want veel organen heb jezelf nodig.
Iemand die doneert als hij/zij nog leeft kan niet dezelfde organen doneren als bij de dood.
Zonder je hart en longen ga je dood.
Bij leven kun je wel:
een nier, (een deel van ) de lever,(deel van de ) longen en je beenmerg doneren.
In de wet staat dat kinderen als ze nog leven alleen een orgaan mogen doneren dat weer aangroeit.
Kinderen onder de 18 jaar mogen geen nieren of longen afstaan.
Die groeien namelijk niet meer aan.
De bekendste soort donatie als je nog leeft is bloeddonatie, maar ook daar moet je ook achttien voor zijn.
Je lichaam maakt zelf wel weer bloed aan, maar tot je achttiende heb je het zelf te hard nodig.
Donor worden ja of nee.
Veel mensen vinden het moeilijk om organen af te staan.
Omdat ze vaak niet weten wat er mee gebeurt, of ze vinden het maar een eng idee.
Sommige mensen vinden het meteen een goed idee.
Dat is het ook wel, want je kan organen en weefsels afstaan die je zelf niet echt nodig hebt is goed.
De meeste mensen twijfelen ze vinden het een raar idee dat er organen uit hun lichaam worden gehaald, maar ze vinden het wel goed om anderen mee te helpen.